Al verschenen op: Frankwatching.
Ondanks dat de meesten van ons hebben leren schrijven, kunnen de meeste mensen simpelweg niet schrijven. Teksten missen een fruitig sappie dat ervoor zorgt dat deze tot de verbeelding spreekt. Vacatureteksten, advertenties en blogs lezen vaak als een beleidsstuk van de overheid. Nul emotie, nul triggers. Het is juist van belang dat jouw teksten tot de verbeelding van je lezer spreken. Maar hoe zorg je daarvoor?
Herinner je je basisschooltijd nog? Allereerst leerde je iedere letter kennen. Aa, Bee, Cee, Dee, waarmee je je eerste woorden wist te ontcijferen. Dat ging met aap, noot, Mies of de hedendaagse equivalent daarvan. Van woorden naar zinnen en van lezen naar zelf schrijven. De taal werd je telkens een stap lastiger gemaakt. Tot een punt na de middelbare school waarop men zei: succes ermee. In dit artikel ga ik een stukje verder: het toevoegen van de zintuigen.
Soorten taalgebruik per zintuig
Het doel en de doelgroep van je tekst zijn ontzettend belangrijk. Daarna schrijf je die gewenste tekst op. Zelf denk ik voordat ik ga schrijven vaak na over de achterliggende zintuigen die ik wil prikkelen. Zodra de lezer die secuur gekozen zinnen leest, hoop ik dat er magie plaatsvindt. In totaal zijn er vijf zintuigen die je met je tekst kunt triggeren. Graag neem ik je hierin mee.
1. Olfactorisch (reukvermogen)
Als verkoper in een parfumerie werk je de hele dag in zoete, bedwelmende luchtjes. Een putjesschepper – of rioloog – werkt de hele dag in een andere omgeving met een sterk riekende lucht. Wil jij je als expert in één van deze twee uiteindes profileren? Dan wil jij olfactorisch taalgebruik in je teksten toepassen. Dit taalgebruik focust zich op het reukvermogen van de lezer.
Verkoop je parfum? Dan wil je je lezer meegeven dat de nieuwste parfum vleugjes citroengras combineert met lichte tinten van kaneel. Om maar iets willekeurigs te noemen. Als putjesscheppende rioloog wil je misschien het belang van je werk toelichten in een persoonlijke blog. Neem je lezer daadwerkelijk mee onder de grond. Vertel wat je allemaal tegenkomt, hoe dat ruikt en probeer daarin zo gedetailleerd mogelijk te zijn. Laat je lezer wegzwijmelen op dat lekkere luchtje van de parfumerie of walgen van een stinkend kadaver onder de grond.
2. Auditorisch (gehoor)
JODELAHITI! Denk je nu aan het hoge geluid van een jodelende vrouw? Ik in ieder geval wel. Dat is wat auditorisch taalgebruik uithaalt. Dit type taalgebruik speelt in op de beeldspraak van het menselijk gehoor. Zoals iemand die een deuntje neuriet en dat vervolgens het hele nummer vastzit in je hoofd.
Vroeger gebruikte men dit taalgebruik dan ook veel om de nieuwste vinylplaten mee aan te prijzen. Toen hadden we nog geen smartphone op zak om direct de nummers te luisteren. Achterop de hoes vond je zorgvuldig gekozen teksten moesten prikkelen om een plaat te kopen. Of je liet je adviseren door de verkoper in de platenzaak. Er was simpelweg geen ruimte voor iedereen om elke plaat eerst even af te spelen in de winkel.
Inmiddels is auditorisch taalgebruik ook nog erg handig om teksten van de nodige details te voorzien. Vertel in je tekst over kwetterende vogeltjes, palen die geheid worden of krijsende baby’s. Maar net wat er handig is in jouw tekst. Grote kans dat je lezer zich, zij het onbewust, het geluid van tsjilpende vogels, het gebonk van palen of een huilende baby inbeeld. En dat zorgt weer voor een betere inleving in jouw verhaal.
3. Visueel (zicht)
Van alle soorten beeldspraak is visuele beeldspraak de meest voorkomende. Dit is ook de ‘makkelijkste’ variant om toe te passen in teksten. Met visuele beeldspraak ga je echt in op de verbeeldingskracht van je lezer. Vooral auteurs van leesboeken zijn grootheden op het gebied van visuele beeldspraak. Shout-out naar Tolkien, mijn all-time nummer één. Tot in de kleinste details neemt de schrijver je mee in zijn geschetste omgeving, zodat jij je hierin helemaal thuis voelt.
Dit is ook het type beeldspraak dat ervoor zorgt dat een boekverfilming nóóit is zoals je die in je hoofd had. Jouw visuele beeldspraak is uniek. De regisseur van de film heeft het boek ook gelezen, maar daar een eigen interpretatie aangegeven.
Ideaal voor bedrijven en producten
Ook in marketingteksten werkt visuele beeldspraak erg goed. Stel jezelf eens voor als medewerker van een reisorganisatie en je wil dat mensen een reis boeken naar Zuid-Spanje. Dan doe je er als reisorganisatie alles aan om die regio zo aantrekkelijk mogelijk neer te zetten. Vertel over de uitgestrekte goudgele stranden, de azuurblauwe zee en de rotsrijke omgeving. Voeg daar de onvergetelijke ondergaande zon en mooie dames op het strand aan toe, en iedereen wil naar Zuid-Spanje.
Uiteraard helpt visuele beeldspraak ook om producten te verkopen. Verkoop je de meest hyperdeluxe Tesla of Mercedes? Laat je lezer dan daadwerkelijk plaatsnemen achter het stuur en geef hem het gevoel mee van een rit in de auto. Vertel hoe de lezer een gevoel van eenheid ervaart achter het stuur en alsof eindelijk het laatste stukje van de levenspuzzel op zijn plek valt. Hoe het gaspedaal aanvoelt alsof je met blote voeten door versgemaaid gras loopt. Alsof…
4. Gustaforisch (smaak)
Wil je iemand lekker maken met je tekst? Gebruik dan gustaforisch taalgebruik om die speekselklieren van je lezer aan het werk te zetten. Het water gutst straks uit de mond van je lezer. Gustaforisch taalgebruik werkt het allerbeste als je eten of drinken verkoopt. Logisch ook. Zit je daar met je lege maag, terwijl je iets leest over de nieuwste hamburger van je favoriete tent. Bovenop de burger liggen verse blaadjes groene sla uit eigen tuin die als bedje dienen van twee knisperende, stukjes bacon. Kleine straaltjes vet druppelen langzaam op je tong terwijl je de burger in de juiste hoek voor je mond houdt. Ze smelten zachtjes. Je hebt nog geen hap genomen, maar de hunkering stijgt.
Of stel je een dorstig persoon voor die maar al te graag jouw nieuwe, ijskoude en vitaminerijke drankje wil proeven. Schets specifieke situaties waarin iemand jouw drankje het beste kan drinken. Ga je specifiek voor die dorstige sporter die terugkomt na een zwetende hardloopsessie? Of bereik je liever de die-hard-gamer die beter een gezondere boost kan gebruiken dan een blikje Red Bull? Vertel hoe die eerste slok voor verlichting zorgt, het huigje kietelt of zorgt voor optimale focus. Wakker die smaakpapillen van je lezer aan op jouw manier.
5. Tactiel (gevoel)
Als laatste is er nog het fysieke gevoel dat je je lezer mee kunt geven. Daarvoor gebruik je tactiele beeldspraak. Een mooi voorbeeld hiervan is onlangs uitgevoerd door Durex. Ken je dat geklooi met condooms zo vlak voor de daad? Waarschijnlijk wel. Uiteindelijk voel je er ook nog eens minder van. Maar dat is helemaal verleden tijd dankzij Durex Nude. Ga hiermee voor het echte huid-op-huid gevoel. Alsof je het zonder condoom doet.
Hun lezers kennen waarschijnlijk het gevoel van seks met en zonder condoom. Zij proberen zich dus een voorstelling te maken van hoe de daad mét condoom toch hetzelfde voelt als zonder. Dat is precies waar je je lezer wil hebben met tactiel taalgebruik.
Combineer die zintuigen
Terwijl ik deze tekst typ voel ik mijn vingers op het toetsenbord tikken, kijk ik naar het scherm, ruik ik het mandarijnenschilletje van mijn zojuist gepelde mandarijn, proef ik meerdere bakjes koffie en hoor ik auto’s langsrazen door het openstaande raam.
Als mens werken je zintuigen allemaal samen. Constant. En zo werkt dat uiteindelijk ook in je teksten. Probeer te spelen met de verschillende soorten beeldspraak en focus je op specifieke zintuigen. Denk vooraf goed na welk zintuig jij het meeste wil prikkelen en bedenk details die daaraan bijdragen. Licht die zintuigen uit ten opzichte van de anderen. Zo schrijf jij straks teksten die prikkelen, de verbeelding opwekken en de hersenpan van je lezer doet overstromen van geluk.
Lukt je dit niet zelf? Graag help ik je met de uitvoering voor jouw organisatie. Bekijk hiervoor mijn beschikbare diensten of neem direct contact op via: 0681724008 of mail naar babbelenmet@lurz.nl.
Recente reacties